Zowel het Noviomagum Wind Orchestra als het Projectkoor Gelderland zoeken in hun
programmering steeds naar uitdagende concerten die toch toegankelijk zijn voor
een breed publiek. De unieke combinatie van blazers en koor, de twee sterkste
tradities in de Nederlandse muziekwereld, levert een verrassend resultaat op.
Beide gezelschappen hebben in het voorjaar van 2009 hun eerste gezamenlijke
project uitgevoerd: een succesvolle reeks van concerten onder de titel
"Stormwind en Lichtvleugel". In 2010 willen beide gezelschappen de rijke
muzikale mogelijkheden van blaasmuziek en koorzang verder verkennen door een
concertserie met als thema "Tot de dood ons scheidt".
Thema
Liefde, leven en dood zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in de eeuwigdurende
levenscyclus. Grote componisten hebben zich door deze thema's en hun onderlinge
samenhang laten inspireren. De concertserie "Tot de dood ons scheidt" brengt
muziek van beroemde componisten bij elkaar, die wordt gekenmerkt door een grote
dramatische lading : hoe kan het ook anders met zo'n thema.
Programma
Geen treffender symbool voor een cyclus dan een muzikale fuga, en geen groter meester
hierin dan Bach. Zijn kleine fuga vormt dan ook de opening van het programma,
dat vervolgd wordt met de ouverture "Romeo en Julia". De beroemde, gedoemde
liefdesgeschiedenis beroert al eeuwen de harten van het publiek; Tchaikovsky
voegt hier, als romanticus bij uitstek, nog een muzikale dimensie aan toe.Een moment van bezinning op de grote levensvragen vormt Elsa's processie. Wagner
laat deze muziek klinken wanneer de van broedermoord beschuldigde Elsa op weg is
naar haar bruiloft met de onbekende ridder door wiens liefde haar dood gewaande
broer uiteindelijk zal terugkeren.
Requiem
Het grootste deel van het programma wordt ingenomen door het Requiem van Hidas, het
enige requiem dat speciaal gecomponeerd is voor blaasorkest, koor en
zangsolisten. Alle aspecten van leven, liefde en dood komen samen in deze
prachtige, zelden uitgevoerde compositie, die niemand onberoerd zal laten. Dit
is muziek die door de ziel snijdt. Ter herdenking van de opstand tegen het communistische regime in Hongarije in 1956
componeerde Hidas zijn indrukwekkende, circa één uur durende requiem. Het is het
enige dat speciaal gecomponeerd is voor symfonisch blaasorkest, vierstemmig
gemengd koor en vier zangsolisten. In Nederland wordt deze prachtige compositie
niet vaak uitgevoerd, vanwege de bijzondere eisen die het werk stelt aan
bezetting en uitvoerenden. Het heeft in muziekkringen inmiddels een grote faam
verworven.
Hidas' requiem past in de traditie van dodenherdenkingen zoals deze ook door
componisten als Mozart en Verdi werden getoonzet. Binnen deze traditionele vorm
zorgt Hidas voor een uitgebalanceerd samenspel tussen solisten, koor en orkest.
De premiëre van het stuk vond plaats op 3 november 1996 in Budapest. De
Nederlandse premiëre was op 16 juli 1997 in de Lidwinakerk in Best, tijdens een
herdenkingsconcert ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Herculesramp in
Eindhoven, waarbij 29 leden van het Fanfarekorps Koninklijke Landmacht omkwamen.
Hidas (een bekende van dirigent Beekman) heeft bij die gelegenheid zijn requiem
ook aan de slachtoffers van deze ramp opgedragen.
Het koor
Op 16 oktober 1997 is de Stichting Projectkoor Gelderland opgericht. Deze
stichting heeft zich tot doel gesteld om met een geselecteerd koor van
gevorderde amateurzangers en -zangeressen grote koorwerken uit te voeren, met
als dirigent Caspar van der Vinne.
De concertseries van het koor hebben veelal een componist of groot koorwerk als
thema. Zo zijn programma's uitgevoerd met als thema "Op zoek naar Rossini", "Tot
Schubert en later", "Cavalleria Rusticana". Al eerder werden beroemde requiems
uitgevoerd, zoals die van Schumann, Mozart, en Brahms, maar het koor heeft in
2009 ook een bijzonder a-capella-programma verzorgd, met muziek geïnspireerd door de Spaanse dichter
Federico Garcia Lorca. Ten slotte wordt ieder jaar een kerstmatinee verzorgd in
de Sint-Stevenskerk.
De Solisten
Ilse Eerens
Ilse Eerens werd opgeleid door onder meer de Nederlandse mezzosopraan Jard van
Nes, en in 2004 behaalde zij het masterdiploma Nieuwe Opera-Academie
(conservatoria van Amsterdam en Den Haag) met grootste onderscheiding.
Zij won eerste prijzen bij concoursen als Axion Classics 2000 Belgische
Stichting Roeping 2003, Euriade Vocaal Concours 2003. Zij won op het
Internationaal Vocalisten Concours in 's-Hertogenbosch de Arleen Auger-prijs voor
de beste allroundprestatie (opera, oratorium en lied) in 2004, en de derde prijs
bij het Internationaler Musikwettbewerb der ARD München 2006.
Ilse werkte samen met het Orchester des Bayerischen Rundfunks, L'Orchestre
National de Lille, het Vlaams Radio Orkest, het orkest van het Teatro Nacional
de Sao Carlos, het Gelders Orkest, het Noord Nederlands Orkest, het Nederlands
Filharmonisch Orkest, en zong onder leiding van o.a. Jos van Immerseel en Mark
Wigglesworth.
Zij vertolkte de rollen van Marguèrite (Jeanne d'Arc au bücher van Honegger)
"Echo" (Ariadne auf Naxos van R.Strauss), Valencienne (Die Lustige Witwe van
Léhar), Musetta (Puccini's La Bohème), Zerlina (Don Giovanni van Mozart) en
Amanda (Grand Macabre van Ligeti).
Wilke te Brummelstroete
Wilke te Brummelstroete heeft aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag
gestudeerd en maakte haar operadebuut als Dido (Purcell) in 1991. Daarna
verwierf zij een internationale reputatie. Zij zong vele operarollen, zoals
Händels Teseo (Arianna in Creta), Tirinto (Imeneo), Monteverdi's Ottavia (
L'ncoronazione), Siegrune op de Bayreuther Festspiele, maar ook Schumanns Das
Paradies und die Peri, Elgar's The Kingdom en Berlioz' Les Nuits d'Eté.
Wilke werkt regelmatig met the Orchestra of the Age of Enlightenment, Academy of
St. Martin-in-the-Fields, English Baroque Soloists, Orkest van de 18e eeuw,
Orchestre de Paris, Liverpool Philharmonic Orchestra, Münchner Philharmoniker en
Philharmonia Baroque Orchestra San Francisco. Al meer dan tien jaar maakt Wilke
tournees over de hele wereld met Frans Brüggen en het Orkest van de Achttiende
Eeuw, o.a. als solist in alle grote Bach Oratoria en Mozarts Requiem. Ook zong
zij in de Matthëus Passion met het Koninklijk Concertgebouw Orkest.
Ze werkt samen met befaamde dirigenten als Frans Brüggen, Sir John Eliot
Gardiner, Sir Neville Marriner, Ivàn Fischer, Ton Koopman, Daniel Harding,
Christian Thielemann en Fabio Biondi.
Pascal Pittie
De Limburgse tenor Pascal Pittie begon zijn zangstudie aan de zogenaamde VOCO opleiding
aan het Jeanne d'Arc College te Maastricht waar hij les kreeg van Ingrid Kappelle.
Hij vervolgde zijn studie aan het conservatorium van Maastricht bij Mya Besselink
en behaalde er de diploma's eerste fase zang, tweede fase zang en operaklas, allen met een onderscheiding.
Pascal Pittie verleent regelmatig medewerking aan oratoria in de Benelux, Duitsland en Frankrijk.
Zo zong hij onder andere de solopartijen in Die Jahreszeiten en Die Schöpfung (Haydn), Oratorium de Noël (Saint SaËns),
Matthëus en Johannes Passion (Bach), Psalmus Hungericus (Kodaly). Abraham and Isaac, Serenade en War Requiem (Britten).
In opera's vertolkte hij ruim 30 operarollen waaronder Ferrando (Cosi fanTutte), Tamino (Die Zauberflöte),
Kohout (Het sluwe vosje (DNO)), Barbarigo (I Due Foscari (NRO)), Edmondo (Manon Lescaut (zaterdagmatinee)), Gastone (La Traviata),
Prologue en Peter Quint (The turn of the Screw) en Aap (Aap verslaat de knekelgeest).
Hij heeft meegewerkt aan verschillende internationale operafestivals zoals: De Zomeropera Haaren (Lucia di Lammermoor als Normanno),
Kammeroper Konstanz (Il combattimento di Tancredi e Clorinda als de Testo), Kammeroper Schloss Rheinsberg
(König Theodor in Venedig als Gafforio) en Internationale Sommeroper Schloss Weikersheim (Carmen als Remendado).
Hij werkte samen met dirigenten als Ed Spanjaard, Gabriele Bellini, Edo de Waart, Hartmut Haenchen, Ingo Metzmacher,
Vasily Petrenko, Rolf Gupta, Koen Kessels en Yakov Kreizberg, en stond voor orkesten als het Limburgs Symfonie Orkest (L.S.O.),
Het Nederlands Philharmonisch orkest, Het Radio Filharmonisch Orkest, Het
Brabants Orkest, Het Gelders Orkest, Het orkest van het Oosten, Holland Symphonia, Ensemble Koln, Ensemble E88
en het Preußische Kammer Orchester.
In 2003-2004 was hij verbonden aan de operastudio Nederland. Hij debuteerde bij de Nederlandse Opera in Samson,
bij de Vlaamse Opera met de titelrol in Albert Herring, bij de Nationale Reisopera als Erster Offizier in Henze's
Der Prinz von Homburg en bij Opéra National de Lyon als Célenite in Offenbach's Un Petit voyage dans la lune.
Kees Jan de Koning
Kees Jan de Koning studeerde aanvankelijk blokfluit aan het Utrechts
Conservatorium.
In de periode van het behalen van zijn diploma in 1983 begon hij een zangstudie,
eerst bij de bas Peter Kooij, daarna bij zangpedagoog Herman Woltman. Hij sloot
zijn zangopleiding af in 1991 aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag,
waaraan hij al dat jaar daarop als zangdocent verbonden werd.
Eveneens in 1992 verwierf hij een vaste plaats in het vermaarde Nederlands
Kamerkoor.
Daarnaast vormt de bas van Kees Jan de Koning het fundament van het
internationaal bekende Quink Vokaal Ensemble; bovendien verleent hij regelmatig
zijn medewerking aan diverse belangrijke Europese ensembles, zoals Huelgas
Ensemble, het Gesualdo Consort Amsterdam, Weser Renaissance en Camerata
Trajectina.
Als solist treedt hij op in opera- en oratoriumconcerten en werkt daarbij samen
met gerenommeerde dirigenten als Frans Brüggen, Paul van Nevel, Ton Koopman,
Philippe Herreweghe, Reinbert de Leeuw en Tõnu Kaljuste.
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
||
![]() |
![]() |
![]() |